El Clásico: de geschiedenis en betekenis van de rivaliteit tussen Barcelona en Real Madrid
De rivaliteit tussen FC Barcelona en Real Madrid is een van de beroemdste en hevigste in het wereldvoetbal. De twee teams worden beschouwd als de grootste en meest succesvolle clubs van Spanje, en hun wedstrijden staan bekend als “El Clásico”.
Enkele van de beroemdste momenten en rivaliteiten tussen Barcelona en Real Madrid zijn:
1. De “Di Stefano Affaire”: In 1953 tekende Real Madrid de Argentijnse spits Alfredo Di Stefano van de Colombiaanse club Millonarios, hoewel Barcelona beweerde dat er een overeenkomst was om hem te contracteren. Dit leidde tot een bittere vete tussen beide clubs die tot op de dag van vandaag voortduurt.
2. Het Johan Cruyff-tijdperk: In de jaren 1970 en 1980 had Barcelona een team onder leiding van de Nederlandse legende Johan Cruyff dat een stijlvol aanvallend voetbal speelde. Real Madrid daarentegen stond bekend om hun meer fysieke speelstijl. Wedstrijden tussen beide teams waren vaak zeer beladen en fel bevochten.
3. Het “Dream Team” tijdperk: In het begin van de jaren negentig kende Barcelona opnieuw een succesvolle periode onder leiding van coach Johan Cruyff. Zijn “Dream Team” won vier opeenvolgende titels in La Liga en de Europacup in 1992. In deze periode nam de rivaliteit met Real Madrid toe, omdat beide teams streden om de nationale en Europese eer.
4. Het “Galáctico”-tijdperk: Begin jaren 2000 stelde Real Madrid een team samen met sterspelers als Zinedine Zidane, Ronaldo en David Beckham, de zogenaamde “Galácticos”. Barcelona had een jong en getalenteerd team onder leiding van Ronaldinho. De wedstrijden tussen de twee teams in dit tijdperk waren vaak zeer onderhoudend, waarbij beide partijen aanvallend voetbal speelden.
5. Het Messi vs Ronaldo tijdperk: Van eind jaren 2000 tot midden jaren 2010 werd de rivaliteit tussen Barcelona en Real Madrid gedomineerd door twee van de grootste spelers uit de voetbalgeschiedenis: Lionel Messi en Cristiano Ronaldo. Wedstrijden tussen de twee teams hadden vaak een persoonlijk randje, omdat de twee spelers streden om zowel individuele eer als teamsucces.
Als het gaat om het aanwijzen van één Barcelona-speler die een sleutelrol heeft gespeeld in de historische rivaliteit van de club met Real Madrid, zijn er verschillende kandidaten, maar één speler steekt boven de rest uit: Lionel Messi.
Messi kwam in 2000 als 13-jarige bij Barcelona en groeide snel door tot een vaste waarde in het eerste elftal. Hij debuteerde in 2004 en maakte later dat jaar zijn eerste doelpunt voor de club.
In de daaropvolgende jaren vestigde Messi zich als een van de beste jonge spelers ter wereld. Hij hielp Barcelona de Champions League te winnen in 2006, en hij scoorde een hattrick tegen Real Madrid in het beroemde 3-3 gelijkspel in Camp Nou in 2007.
Maar pas met de komst van Pep Guardiola als coach in 2008 begon Messi echt te schitteren. Guardiola herkende Messi’s ongelooflijke talent en bouwde het team om hem heen, waarbij hij hem de vrijheid gaf om in een meer geavanceerde rol te spelen.
De resultaten waren opmerkelijk. Barcelona won in 2009 maar liefst zes trofeeën, waaronder de Champions League, La Liga en de Copa del Rey. Messi scoorde een ongelooflijke 38 doelpunten in alle competities, waaronder twee in de Champions League-finale tegen Manchester United.
Vanaf dat moment werd Messi het middelpunt van Barcelona’s aanval, en hij leidde het team naar talloze overwinningen op Real Madrid. Hij scoorde zijn eerste Clásico-doelpunt in een 2-0 overwinning in het Santiago Bernabeu in 2009, en hij zou in de jaren daarna nog veel meer doelpunten maken.